Algemene attributen |
Inhoud Handleiding HTML Overzicht elementen |
|
|
In HTML 4.0 kent een aantal attributen, dat aan de meeste elementen toegevoegd kan worden: de algemene attributen STYLE, CLASS, ID en TITLE en de internationalisatie attributen LANG en DIR. Deze attributen worden hierna beschreven. Een overzicht van attributen, welke betrekking hebben op het uitvoeren van een script bij het optreden van een bepaalde gebeurtenis, wordt gegeven in het onderdeel Gebeurtenis-attributen. |
STYLE
|
Het STYLE attribuut kan gebruikt worden voor het definiëren van een inline stijl voor het element. De opbouw is: STYLE="stijldeclaratie" Het STYLE attribuut kan toegevoegd worden aan alle elementen uit HTML 4.0, behalve aan BASE, BASEFONT, HEAD, HTML, META, PARAM, SCRIPT, STYLE en TITLE. Zie voor meer informatie over het gebruik van inline stijlen het onderdeel Style sheets. Een overzicht van problemen bij het koppelen van stijlen aan bepaalde elementen is opgenomen in het onderdeel CSS en browsers. |
CLASS
|
Het CLASS attribuut wijst één of meer class-namen aan het element toe. Een class-naam kan onder meer gebruikt worden als selector bij het koppelen van een stijl aan het element. De opbouw is: CLASS="class-naam" De class-naam is case-sensitive, dat wil zeggen dat onderscheid gemaakt wordt tussen hoofd- en kleine letters. Wanneer meerdere class-namen worden gebruikt, dan worden deze gescheiden door een spatie. Omdat de meeste browsers het gebruik van meerdere class-namen niet ondersteunen en het complete CLASS attribuut in dat geval zelfs negeren, wordt geadviseerd slechts één class-naam op te nemen. Een class-naam mag meerdere keren in een document voorkomen en gelijktijdig voor verschillende elementen gebruikt worden. Het CLASS attribuut kan toegevoegd worden aan alle elementen uit HTML 4.0, behalve aan BASE, BASEFONT, HEAD, HTML, META, PARAM, SCRIPT, STYLE en TITLE. Zie voor meer informatie over het gebruik van het CLASS attribuut het onderdeel Style sheets. Een overzicht van problemen bij het koppelen van stijlen aan bepaalde elementen is opgenomen in het onderdeel CSS en browsers. |
ID
|
Het ID attribuut wijst een uniek identificatiekenmerk aan een element toe. Het kan voor meerdere doeleinden gebruikt worden. Een veel gebruikte is die als selector bij het koppelen van een stijl aan het element. Daarnaast kan het worden toegepast, wanneer vanuit een script naar het element verwezen moet worden. Ook kan het ID attribuut gelden als anker voor hyperlinks, vergelijkbaar met het NAME attribuut van het A element. Deze laatste mogelijkheid wordt echter nog nauwelijks ondersteund. De opbouw is: ID="id-waarde" De id-waarde moet beginnen met een letter (A-Z of a-z) en mag verder letters, cijfers (0-9), verbindingsstreepjes (-), underscores (_), dubbele punten (:) en punten (.) bevatten. De waarde is case-sensitive, dat wil zeggen dat onderscheid gemaakt wordt tussen hoofd- en kleine letters. De id-waarde mag maar één keer in een document gebruikt worden en niet tegelijkertijd in hetzelfde document voorkomen als waarde van het NAME attribuut van het A element. Een uitzondering op dit laatste geldt wanneer de attributen NAME en ID gebruikt worden voor hetzelfde element: dan moet de waarde voor beide attributen hetzelfde zijn. Het ID attribuut kan toegevoegd worden aan alle elementen uit HTML 4.0, behalve aan BASE, HEAD, HTML, META, SCRIPT, STYLE en TITLE. Zie voor meer informatie over het gebruik van het ID attribuut bij het toepassen van stijlen het onderdeel style sheets. Een overzicht van problemen bij het koppelen van stijlen aan bepaalde elementen is opgenomen in het onderdeel CSS en browsers. |
TITLE
|
Met het TITLE attribuut kan een titel gegeven worden aan een element. Door een browser kan deze bijvoorbeeld weergegeven worden in de vorm van een tooltip. Vooral bij hyperlinks en objecten kan dat een nuttige toepassing zijn. De opbouw is: TITLE="waarde" Het TITLE attribuut kan toegevoegd worden aan alle elementen uit HTML 4.0, behalve aan BASE, BASEFONT, HEAD, HTML, META, PARAM, SCRIPT en TITLE. Wanneer het TITLE attribuut toegevoegd wordt aan het STYLE element, dan geeft het een naam aan het gedefinieerde style sheet. Dat maakt het de gebruiker mogelijk te kiezen uit meerdere door de auteur gemaakte stijlen. Bij het LINK element kan het TITLE attribuut ook voor dit doel gebruikt worden. |
LANG
|
Het LANG attribuut specificeert de taal van de inhoud van het element en van de waarden van de attributen. De voor een element opgegeven taal heeft ook betrekking op ingesloten elementen, voor zover hiervoor geen eigen LANG attribuut is opgenomen. Visuele browsers kunnen het LANG attribuut onder meer gebruiken bij het afbreken, de weergave van de letters en de keuze van het type aanhalings- en decimaaltekens. Daarnaast kan het attribuut gebruikt worden door zoekmachines bij het indexeren van een document op taal en door spraak-synthesizers bij het bepalen van de wijze waarop de tekst uitgesproken moet worden. De opbouw is: LANG="waarde" Als waarden zijn onder meer de volgende taalcodes mogelijk: nl (Nederlands), en (Engels), en-US (US Engels), fr (Frans), de (Duits), it (Italiaans), es (Spaans), tr (Turks) en ar (Arabisch). Het LANG attribuut kan toegevoegd worden aan alle elementen uit HTML 4.0, behalve aan APPLET, BASE, BASEFONT, BR, FRAME, FRAMESET, HR, IFRAME, PARAM en SCRIPT. |
DIR
|
Het DIR attribuut wordt gebruikt om vast te leggen in welke richting de tekst van het element moet worden weergegeven. Je past het toe in situaties, waarin stukjes tekst een taal hebben, welke in de andere richting dan de standaard weergegeven moeten worden. Bijvoorbeeld als een Nederlandse tekst Arabische woorden bevat. De opbouw is: DIR="waarde" Als waarden zijn mogelijk ltr (left to right) en rtl (right to left). De standaardwaarde is ltr. Het DIR attribuut kan toegevoegd worden aan alle elementen uit HTML 4.0, behalve aan APPLET, BASE, BASEFONT, BR, FRAME, FRAMESET, HR, IFRAME, PARAM en SCRIPT. |
Inhoud Handleiding HTML Index Overzicht elementen
|