IFRAME |
Inhoud Handleiding HTML Overzicht elementen |
|
|
Van het IFRAME element worden de volgende attributen beschreven: NAME, SRC, LONGDESC, FRAMEBORDER, MARGINWIDTH, MARGINHEIGHT, SCROLLING, ALIGN, HEIGHT, WIDTH, VSPACE en HSPACE. De beschrijving van de attributen STYLE, CLASS, ID en TITLE is opgenomen in het onderdeel Algemene attributen. Een overzicht van attributen, die betrekking hebben op het uitvoeren van een script bij het optreden van een bepaalde gebeurtenis, wordt gegeven in het onderdeel Gebeurtenis-attributen. Het gebruik van het IFRAME element wordt toegelicht in het onderdeel Frames in de Handleiding HTML. |
IFRAME
|
Met het IFRAME element wordt bepaald dat een inline frame in een document moet worden opgenomen. De opbouw is: <IFRAME> </IFRAME> Tussen het begin en het eind van het element kan tekst worden geplaatst, die alleen wordt weergegeven door browsers welke inline frames niet ondersteunen. |
||||||||
NAME
|
Met het NAME attribuut kan aan een frame een naam gegeven worden. Dit attribuut moet je gebruiken, indien je met behulp van het TARGET attribuut van bijvoorbeeld het A of het AREA element wilt bepalen in welk frame een URI geopend moet worden.
De opbouw is: <IFRAME NAME="naam"> </IFRAME> De naam moet beginnen met een hoofdletter of een kleine letter (A-Z of a-z). Volgens HTML 4.0 is de naam case-insensitive, dat wil zeggen dat geen onderscheid gemaakt wordt tussen hoofd- en kleine letters. In de praktijk maken alle belangrijke browsers dat onderscheid echter wel en moet je er dus voor zorgen dat je zowel in het TARGET attribuut van de hyperlink als in het NAME attribuut exact dezelfde naam gebruikt. De attributen NAME en ID mogen alleen gelijktijdig voor hetzelfde IFRAME element worden gebruikt, indien ze dezelfde waarde hebben. |
||||||||
SRC
|
Met het SRC attribuut wordt bepaald welk document in het frame geplaatst moet worden.
De opbouw is: <IFRAME SRC="URI"> </IFRAME> De URI (Uniform Resource Identifier) heeft de volgende opbouw: http://host/path Host specificeert het adres van de server, waarop zich het gevraagde bestand bevindt. Het kan een IP-adres zijn, maar meestal is het de naam van de machine. Een machinenaam (ook wel domeinnaam) bestaat uit meerdere delen gescheiden door een punt, begint vaak met "www" en eindigt met een landcode (bijvoorbeeld "nl", "be", "uk") of de vooral in de Verenigde Staten gebruikte code voor de sector (bijvoorbeeld "com" voor commerciële instellingen en "org" voor non-profit organisaties). Path geeft aan hoe het gevraagde bestand op de server gevonden kan worden: in welke directory en onder welke bestandsnaam. Het is niet altijd nodig een complete URI op te nemen. Wanneer geen speciaal bestand op de server gezocht wordt, is de volgende URI voldoende: http://host Bevindt het gevraagde bestand zich op de lokale server, dan volstaat de volgende URI: path |
||||||||
LONGDESC
|
Het LONGDESC attribuut specificeert een verwijzing naar een document, dat in aanvulling op de korte omschrijving door middel van het TITLE attribuut, een lange beschrijving van het frame bevat. Deze beschrijving is vooral nuttig voor bezoekers, die gebruik moeten maken van een niet-visuele browser (spraak-synthesizer, braille-apparaat). De opbouw is: <IFRAME LONGDESC="URI"> </IFRAME> Voor een toelichting op de URI zie het SRC attribuut. |
||||||||
FRAMEBORDER
|
Met het FRAMEBORDER attribuut kan kan bepaald worden of wel of geen framerand weergegeven moet worden. De opbouw is: <IFRAME FRAMEBORDER="waarde"> </IFRAME> Als waarden kunnen gebruikt worden 1 of 0. Met de waarde 1 wordt de standaard 3-D rand weergegeven, met de waarde 0 geen rand. De beginwaarde is 1. |
||||||||
MARGINWIDTH
|
Met het MARGINWIDTH attribuut kan vastgelegd worden hoe groot de afstand moet zijn tussen de inhoud van een frame en de randen aan de linker- en rechterzijde.
De opbouw is: <IFRAME MARGINWIDTH="waarde"> De waarde is een getal dat de afstand in pixels aangeeft. De waarde moet groter dan 1 zijn. De standaardwaarde hangt van de browser af. |
||||||||
MARGINHEIGHT
|
Met het MARGINHEIGHT attribuut kan vastgelegd worden hoe groot de afstand moet zijn tussen de inhoud van een frame en de boven- en onderkant van het frame.
De opbouw is: <IFRAME MARGINHEIGHT="waarde"> De waarde is een getal dat de afstand in pixels aangeeft. De waarde moet groter dan 1 zijn. De standaardwaarde hangt van de browser af. |
||||||||
SCROLLING
|
Met het SCROLLING attribuut kan vastgelegd worden of in het betreffende frame scrollbars worden weergegeven.
De opbouw is: <IFRAME SCROLLING="waarde"> De volgende waarden kunnen gebruikt: yes, no en auto. Met de waarde yes worden de schuifbalken altijd weergegeven, met de waarde no worden de schuifbalken nooit weergegeven en met de waarde auto bepaalt de browser zelf of een schuifbalk nodig is. De standaardwaarde is auto. |
||||||||
ALIGN
|
Met het ALIGN attribuut wordt bepaald hoe de omringende inhoud van het document uitgelijnd wordt ten opzichte van het inline frame.
De opbouw is: <IFRAME ALIGN="waarde"> </IFRAME> De waarde kan betrekking hebben op de verticale uitlijning, of op de horizontale uitlijning. Mogelijke waarden voor de verticale uitlijning zijn:
Als bij gebruik van één van de mogelijkheden voor de verticale uitlijning de na het inline frame volgende inline inhoud langer is dan naast het frame op één regel past, dan wordt de resterende inhoud op de volgende regel(s) onder het inline frame geplaatst. Mogelijke waarden voor de horizontale uitlijning zijn:
Door Opera 4.0 worden alleen de waarden voor de horizontale uitlijning ondersteund. |
||||||||
HEIGHT
|
Met het HEIGHT attribuut bepaal je de hoogte van het inline frame.
De opbouw is: <IFRAME HEIGHT="waarde"> </IFRAME> De waarde is een getal dat de hoogte in pixels aangeeft, of een percentage dat de hoogte ten opzichte van de totale venster- of framehoogte vastlegt. |
||||||||
WIDTH
|
Met het WIDTH attribuut bepaal je de breedte van het inline frame.
De opbouw is: <IFRAME WIDTH="waarde"> </IFRAME> De waarde is een getal dat de breedte in pixels aangeeft, of een percentage dat de breedte ten opzichte van de totale venster- of framebreedte vastlegt. |
||||||||
VSPACE
|
Met het VSPACE attribuut wordt de ruimte bepaald, welke boven en onder het inline frame wordt vrij gehouden. Door dit attribuut op te nemen, wordt voorkomen dat de overige inhoud van het document te dicht tegen het frame geplaatst wordt. De opbouw is: <IFRAME VSPACE="waarde"> </IFRAME> De waarde is een getal dat de vrije ruimte in pixels aangeeft. Het VSPACE attribuut maakt geen deel uit van HTML 4.0. |
||||||||
HSPACE
|
Met het HSPACE attribuut wordt de ruimte bepaald, welke links en rechts van het inline frame wordt vrij gehouden. Door dit attribuut op te nemen, wordt voorkomen dat de overige inhoud van het document te dicht tegen het frame geplaatst wordt. De opbouw is: <IFRAME HSPACE="waarde"> </IFRAME> De waarde is een getal dat de vrije ruimte in pixels aangeeft. Het VSPACE attribuut maakt geen deel uit van HTML 4.0. |
Inhoud Handleiding HTML Index Overzicht elementen
|