EMBED |
Inhoud Handleiding HTML Overzicht elementen |
|
|
Van het EMBED element worden de volgende attributen beschreven: SRC, ALT, WIDTH, HEIGHT, ALIGN, HSPACE, VSPACE, TYPE, PLUGINSPAGE, NAME, ACCESSKEY en HIDDEN. De beschrijving van de attributen STYLE, CLASS, ID en TITLE is opgenomen in het onderdeel Algemene attributen. Een aantal attributen is gekoppeld aan een geïnstalleerde plug-in: AUTOSTART, AUTOPLAY, LOOP, VOLUME, CONTROLS, MASTERSOUND, CONTROLLER en BGCOLOR. Het gebruik van het EMBED element wordt toegelicht in het onderdeel Objecten in de Handleiding HTML. |
EMBED
|
Het EMBED element wordt gebruikt om multimedia objecten in te sluiten in een HTML-document. Het kan gaan om geluidsfragmenten met de extensie WAV, AU, MID en AIF, maar bijvoorbeeld ook om VRML worlds (WRL), QuickTime movies (MOV), Shockwave Flash animaties (SWF) en video clips (AVI). Voor de weergave van de objecten moet de browser over het algemeen beschikken over plug-ins. Veel gebruikte plug-ins voor geluidsfragmenten zijn LiveAudio voor Netscape Navigator 3.0 en hoger en ActiveMovie voor Microsoft Internet Explorer 3.0 en hoger. Soms kunnen objecten weergegeven worden met behulp van een, via OLE (Object Linking and Embedding) aan het betreffende bestandsformaat gekoppeld, extern programma. De opbouw is: <EMBED ..></EMBED> Van het EMBED element bestaat geen algemene specificatie. Welke attributen gebruikt kunnen of moeten worden hangt af van de plug-in. De belangrijkste attributen worden hierna beschreven. Aan het EMBED element moet minimaal het SRC attribuut toegevoegd worden. Voor LiveAudio is bovendien het noodzakelijk de attributen HEIGHT en WIDTH te gebruiken. Het EMBED element maakt geen deel uit van HTML 4.0. Netscape Navigator ondersteunt plug-ins vanaf versie 2.0. |
||||||||
SRC
|
Met het SRC attribuut specificeert de lokatie, waar het in te sluiten multimedia object zich bevindt. De opbouw is: <EMBED SRC="URI" ..></EMBED> De URI (Uniform Resource Identifier) heeft de volgende opbouw: http://host/path Host specificeert het adres van de server, waarop zich het gevraagde geluidsfragment bevindt. Het kan een IP-adres zijn, maar meestal is het de naam van de machine. Een machinenaam (ook wel domeinnaam) bestaat uit meerdere delen gescheiden door een punt, begint vaak met "www" en eindigt met een landcode (bijvoorbeeld "nl", "be", "uk") of de vooral in de Verenigde Staten gebruikte code voor de sector (bijvoorbeeld "com" voor commerciële instellingen en "org" voor non-profit organisaties). Path geeft aan hoe het gevraagde geluidsfragment op de server gevonden kan worden: in welke directory en onder welke bestandsnaam. Het is niet altijd nodig een complete URI op te nemen. Als het gevraagde geluidsfragment zich op de lokale server bevindt, dan volstaat de volgende URI: path |
||||||||
ALT
|
Het ALT attribuut kan gebruikt worden om een alternatieve tekst weer te geven voor als de (bijvoorbeeld tekst-georiënteerde) browser het element wel kent, maar het multimedia object niet kan weergeven. De opbouw is: <EMBED ALT="alternatieve tekst" ..> </EMBED> |
||||||||
WIDTH
|
Het WIDTH attribuut bepaalt de breedte op het scherm van het bedieningspaneel van de plug-in. De opbouw is: <EMBED WIDTH="waarde" ..></EMBED> De waarde is een getal dat de breedte in pixels aangeeft, of een percentage dat de breedte ten opzichte van de totale venster- of framebreedte vastlegt. In Microsoft Internet Explorer 3 wordt het WIDTH attribuut voor de ActiveMovie plug-in genegeerd. |
||||||||
HEIGHT
|
Het HEIGHT attribuut bepaalt de hoogte op het scherm van het bedieningspaneel van de plug-in. De opbouw is: <EMBED HEIGHT="waarde" ..></EMBED> De waarde is een getal dat de hoogte in pixels aangeeft, of een percentage dat de hoogte ten opzichte van de totale venster- of framehoogte vastlegt. In Microsoft Internet Explorer 3 wordt het HEIGHT attribuut voor de ActiveMovie plug-in genegeerd. |
||||||||
ALIGN
|
Met het ALIGN attribuut wordt bepaald hoe de omringende inhoud van het document uitgelijnd wordt ten opzichte van het object. De opbouw is: <EMBED ALIGN="waarde" ..></EMBED> De waarde kan betrekking hebben op de verticale uitlijning, of op de horizontale uitlijning. Mogelijke waarden voor de verticale uitlijning zijn:
Als bij gebruik van één van de mogelijkheden voor de verticale uitlijning de na het object volgende inline inhoud langer is dan naast het object op één regel past, dan wordt de resterende inhoud op de volgende regel(s) onder het object geplaatst. Mogelijke waarden voor de horizontale uitlijning zijn:
|
||||||||
HSPACE
|
Met het HSPACE attribuut wordt de ruimte bepaald, welke links en rechts van het object wordt vrij gehouden. Door dit attribuut op te nemen, wordt voorkomen dat de overige inhoud van het document te dicht tegen het object geplaatst wordt. De opbouw is: <EMBED HSPACE="waarde" ..></EMBED> De waarde is een getal dat de vrije ruimte in pixels aangeeft. |
||||||||
VSPACE
|
Met het VSPACE attribuut wordt de ruimte bepaald, welke boven en onder het object wordt vrij gehouden. Door dit attribuut op te nemen, wordt voorkomen dat de overige inhoud van het document te dicht tegen het object geplaatst wordt. De opbouw is: <EMBED VSPACE="waarde" ..></EMBED> De waarde is een getal dat de vrije ruimte in pixels aangeeft. |
||||||||
TYPE
|
Het TYPE attribuut wordt gebruikt om het Internet Media (MIME) type van het object te definiëren. Het opnemen van het TYPE attribuut voorkomt dat de browser probeert niet ondersteunde objecten in te sluiten. De opbouw is: <EMBED TYPE="waarde" ..></EMBED> Mogelijke waarden zijn onder andere "audio/wav", "audio/midi", "video/mpeg", "video/quicktime" en "application/x-shockwave-flash". |
||||||||
PLUGINSPAGE
|
Met PLUGINSPAGE attribuut kan een verwijzing opgenomen worden naar een document, dat informatie bevat over hoe de gebruiker een ontbrekende plug-in kan verkrijgen en installeren. De opbouw is: <EMBED PLUGINSPAGE="URI" ..></EMBED> Voor een toelichting op de URI zie het SRC attribuut. |
||||||||
NAME
|
Het NAME attribuut kan gebruikt worden om een naam aan het object te geven. Het wordt onder andere gebruikt om meerdere losse bedieningsonderdelen te koppelen (zie het CONTROLS attribuut). De opbouw is: <EMBED NAME="naam" ..></EMBED> |
||||||||
ACCESSKEY
|
Het ACCESSKEY attribuut kan gebruikt worden om een sneltoets aan het EMBED element toe te wijzen en daarmee de gebruiker direct vanaf het toetsenbord toegang te geven tot het object. Gebruik van de sneltoets geeft het object de focus (activeert het), waarna de gebruiker het, afhankelijk van de plug-in, met een toetsaanslag kan starten. De opbouw is: <EMBED ACCESSKEY="waarde" ..></EMBED> De waarde is een enkel, case-insensitive (geen onderscheid tussen hoofd- of kleine letters) karakter uit het karakterset van de browser. In Windows moet de toets van het karakter ingedrukt worden in combinatie met de Alt-toets, op Apple systemen in combinatie van de Cmd-toets. Om de gebruiker attent te maken van de sneltoets is het verstandig deze in de tekst te vermelden. |
||||||||
HIDDEN
|
Het HIDDEN attribuut bepaalt of het bedieningspaneel al dan niet moet worden weergegeven. Door het bedieningspaneel weg te laten kan een geluidsfragment op de achtergrond afgespeeld worden. De opbouw is: <EMBED HIDDEN="waarde" ..></EMBED> Mogelijke waarden zijn true of false. De standaardwaarde is false. |
||||||||
BORDER |
|
||||||||
PALETTE |
|
||||||||
PLUGINURL |
|
||||||||
UNITS |
|
|
Naast de attributen waarvan de ondersteuning afhangt van de browser, zijn er ook attributen welke specifiek zijn voor de geïnstalleerde plug-in. Enkele veel gebruikte attributen voor de LiveAudio plug-in van Netscape Navigator, de ActiveMovie plug-in van Microsoft Internet Explorer en de QuickTime plug-in worden hierna beschreven. |
AUTOSTART |
Het AUTOSTART attribuut bepaalt of een geluidsfragment direct bij het openen van het document afgespeeld moet worden, of pas als de gebruiker op de "play" knop drukt. De opbouw is: <EMBED AUTOSTART="waarde" ..></EMBED> Het AUTOSTART attribuut wordt ondersteund door de LiveAudio plug-in van Netscape Navigator en de ActiveMovie plug-in van Microsoft Internet Explorer. Mogelijke waarden zijn true of false. De standaardwaarde is false. |
AUTOPLAY |
Het AUTOPLAY attribuut bepaalt of een QuickTime movie direct bij het openen van het document afgespeeld moet worden, of pas als de gebruiker op de "play" knop drukt. De opbouw is: <EMBED AUTOPLAY="waarde" ..></EMBED> Het AUTOPLAY attribuut wordt ondersteund door de QuickTime plug-in. Mogelijke waarden zijn true of false. |
LOOP |
Het LOOP attribuut bepaalt hoe vaak bijvoorbeeld een geluidsfragment of een filmpje herhaald moet worden. De opbouw is: <EMBED LOOP="waarde" ..></EMBED> Het LOOP attribuut wordt ondersteund door de LiveAudio plug-in van Netscape Navigator, de ActiveMovie plug-in van Microsoft Internet Explorer en de QuickTime plug-in. Mogelijke waarden zijn true, false, of een getal dat het aantal keren aangeeft dat het geluidsfragment herhaald moet worden. De standaardwaarde is false. Een getal wordt door de ActiveMovie plug-in als true geïnterpreteerd en door de QuickTime plug-in niet ondersteund. Door de QuickTime plug-in wordt ook de waarde palindrome ondersteund. Het filmpje wordt dan afwisselend voor- en achteruit afgespeeld. |
VOLUME |
Het VOLUME attribuut kan gebruikt worden om de geluidssterkte van een af te spelen geluidsfragment te definiëren. De opbouw is: <EMBED VOLUME="waarde" ..></EMBED> Het VOLUME attribuut wordt ondersteund door de LiveAudio plug-in van Netscape Navigator en de QuickTime plug-in. De waarde is een getal tussen "0" en "100". De standaardwaarde is "50". |
CONTROLS |
Met het CONTROLS attribuut wordt vastgelegd of een groot of klein "bedieningspaneel" moet worden weergegeven in het document, of alleen één of meer onderdelen van het bedieningspaneel (knoppen, volumeregelaar). De opbouw is: <EMBED CONTROLS="waarde" ..></EMBED> Het CONTROLS attribuut wordt ondersteund door de LiveAudio plug-in van Netscape Navigator. Mogelijke waarden zijn: console, smallconsole, playbutton, pausebutton, stopbutton en volumelever. De beginwaarde (als het attribuut wordt weggelaten) is console. Als meerdere losse bedieningsonderdelen moeten worden weergegeven, dan wordt voor elk onderdeel het EMBED element opgenomen en worden ze gekoppeld met behulp van de attributen NAME en MASTERSOUND. |
MASTERSOUND |
Het MASTERSOUND attribuut moet worden toegevoegd aan het EMBED element, waarin het geluidsfragment gespecificeerd is, dat door de gekoppelde bedieningselementen gecontroleerd moeten worden. De opbouw is: <EMBED MASTERSOUND ..></EMBED> Het MASTERSOUND attribuut wordt ondersteund door de LiveAudio plug-in van Netscape Navigator. |
CONTROLLER |
Met het CONTROLS attribuut wordt vastgelegd of wel of geen "bedieningspaneel" moet worden weergegeven onder een QuickTime movie. De opbouw is: <EMBED CONTROLLER="waarde" ..></EMBED> Het CONTROLLER attribuut wordt ondersteund door de QuickTime plug-in. Mogelijke waarden zijn true of false. De standaardwaarde is true voor QuickTime movies en false voor QuickTime VR movies. |
BGCOLOR |
Met het BGCOLOR attribuut wordt een achtergrondkleur vastgelegd. Deze kleur wordt gebruikt voor dat deel van het door de attributen WIDTH en HEIGHT aangegeven oppervlakte, dat niet in beslag genomen wordt door een QuickTime movie. De opbouw is: <EMBED BGCOLOR="waarde" ..></EMBED> Het BGCOLOR attribuut wordt ondersteund door de QuickTime plug-in. Als waarde is mogelijke een RGB-waarde (dus geen kleurnaam). Voor het definiëren van de kleur zie Kleuren in HTML/CSS. |
Inhoud Handleiding HTML Index Overzicht elementen
|